Horticultuur

In Gent ligt de bakermat van de Belgische sierteelt en hofbouw. De eerste plantenverkoop op de Kouter dateert al van 1772. Zevenendertig jaar later vindt de eerste bloemententoonstelling plaats, de start van de Floraliën. De juiste mannen met de juiste initiatieven, een universitaire plantentuin, een machtige mecenas, commercieel inzicht en een burgerlijk publiek dat tuin en stad graag opfrist met planten en bloemen, vormen de ideale voedingsbodem.

Op het einde van de achttiende eeuw wordt Gent een handels- en industriestad. Fabrieksbazen en groothandelaars bouwen grote burgerhuizen met ommuurde tuinen. Hun hoveniers kweken er planten, en verkopen of ruilen ze met collega’s en liefhebbers. Ook de Gentse groentetelers aan de Coupure zijn geïnteresseerd in planten. Via genootschappen wisselen ze hun kennis uit.

Wanneer de nieuwe Baudelooschool in 1798 een plantentuin inricht, krijgt die onmiddellijk veel belangstelling. Kwekers helpen met het verzamelen van de collectie, de plantkundigen en tuinmannen delen hun kennis met de Gentenaars. Omdat de Kruidtuin over broeikassen, een oranjerie én goede connecties beschikt, kunnen ook uitheemse planten worden verzameld. De Gentse hoveniers nemen graag stekken en zaad. Wanneer de stad de tuin in 1817 aan de nieuwe universiteit schenkt, stelt deze haar wetenschappelijke kennis ter beschikking van de hoveniers.

Herberg Au Jardin de Frascati is een trefpunt voor hoveniers, groenteboeren en plantenliefhebbers. Een van hen spreekt er in 1808 over een Engelse verkoopstechniek waarbij bloemistenverenigingen plantententoonstellingen inrichten. Vierendertig geïnteresseerden stichten hierop hun eigen Maatschappij voor Landbouw en Kruidkunde. Enkele maanden later vindt hun eerste tentoonstelling plaats. De Maatschappij vindt in Karel Van Hulthem, Gents politicus en pleitbezorger van de Plantentuin, een machtige beschermer. De horticultuur wordt een belangrijke economische tak in Gent, meer en meer landbouwers schakelen over op de sierteelt.

De volgende jaren moet de halfjaarlijkse tentoonstelling wegens succes uitwijken. In 1834 vindt ze onderdak in de Aula. 2.922 bloeiende planten in het peristilium worden vereeuwigd in de schilderijen van Felix de Vigne. De erkenning voor deze tentoonstelling geeft de doorslag voor de toekomstplannen: aan de Coupure bouwt stadsarchitect Roelandt het Casino. In 1839 vindt hier de eerste grote vijfjaarlijkse tentoonstelling plaats. De Floraliën wijken in 1913 uit naar een nieuw Floraliënpaleis in het Citadelpark. Sinds 1985 vindt de vijfjaarlijkse tentoonstelling plaats in Flanders Expo.

Door de bloei van de sierteeltsector stijgt de vraag naar geschoolde tuiniers. Louis Van Houtte richt in 1849 binnen zijn tuinbouwbedrijf het ‘Institut Royal d’Horticulture de Gentbrugge’ op, de eerste tuinbouwschool in Europa. Studenten krijgen er een driejarige opleiding, met nadruk op theorie en sierteelt. In 1871 wordt de school aangehecht aan de Plantentuin van de universiteit, en verhuist ze naar de Baudeloosite onder directeur professor Jean-Jacques Kickx. Na zijn dood verhuist de school in 1889 naar de normaalschool aan de Hofbouwlaan. Door dalende leerlingenaantallen moet de “Middelbare Tuinbouwschool” in 1923 sluiten, maar in 1931 wordt de school heropend, om enkele jaren later te verhuizen naar Melle. In 1995 wordt de school opgesplitst in ‘Hogeschool Gent’ en ‘KTA Tuinbouwschool Melle’.

De Gentse horticultuur krijgt het hard te verduren tijdens de wereldoorlogen en de economische crisis van de jaren 1970, maar houdt tot op vandaag trots stand. Ook de link tussen de universiteit en de Gentse tuinbouwers is niet verloren. De Plantentuin werkt samen met de Koninklijke Maatschappij voor de Floraliën, biedt onderdak aan verenigingen van plantenliefhebbers en organiseert jaarlijks ruilbeurzen voor amateurkwekers. Verscheidene vakgroepen werken samen met Gentse bloemisten voor onderzoek naar groei- en bloeiregulatie, milieuvriendelijker teeltechnieken, veredelingsonderzoek en bemesting.

Deze tekst is een ingekorte versie van het artikel van Fien Danniau op UGent Memorie.

Flore de Gand nam extra context op in Wikipedia:

Over de Gentse horticultuur is er reeds heel wat inkt gevloeid. Je vindt heel wat informatie in volgende publicaties. 

Meer weten over de Gentse horticultuur?

Je vindt heel wat informatie in volgende online naslagwerken: